7% of 10% registratierechten, hoe zat dat ook weer?

7% of 10% registratierechten, hoe zat dat ook weer?

Zo’n jaar geleden hervormde de Vlaamse overheid het systeem van de verkooprechten of wat we in de volksmond registratierechten noemen. Sindsdien spreekt men niet meer over klein beschrijf, gewoon-abattement of bij-abattement. Het tarief van 7% is de standaard geworden bij de aankoop van een gezinswoning. In sommige gevallen betaal je echter nog minder, in andere kan dat percentage oplopen...

Voorwaarden

Om effectief aanspraak te maken op het tarief van 7% zijn er vier belangrijke voorwaarden:

  • De aankoop moet gebeuren door één of meerdere natuurlijke personen en niet door een rechtspersoon.
  • Het moet gaan om de aankoop van de enige gezinswoning. Het betreft hier wel degelijk een woning, geen bouwgrond, en de koper mag geen andere woningen of bouwgronden bezitten.
  • De koop moet de hele volle eigendom omvatten. Als je slechts een deel van de woning koopt of bijvoorbeeld enkel het vruchtverbruik verkrijgt, geldt het gunsttarief van 7% niet.
  • Je moet aan je administratieve plicht voldoen. Dat betekent dat je je binnen de twee jaar na het verlijden van de notariële aankoopakte op het adres van de gekochte woning inschrijft in het bevolkings- of vreemdelingenregister.

Tweede woning

Op Vlaanderen.be bevestigt de overheid dat je voor een tweede verblijf, een bouwgrond of een bedrijfsvastgoed wel 10% verkooprechten betaalt. Er zijn echter een paar uitzonderingen waarbij je (deels) aan dat tarief kan ontsnappen.

Zo kan je bijvoorbeeld je tweede gezinswoning kopen aan het tarief van 7% als je je eerste woning binnen het jaar verkoopt.

Je betaalt ook 7% als je een onroerend goed met verschillende woongelegenheden koopt, maar enkel voor de woongelegenheid waar je zelf in woont. Op de rest betaal je 10%.

Een derde uitzondering is de aankoop van twee woningen met als doel er één woongelegenheid van te maken. Dan heb je recht op het gunsttarief van 7% voor één van de twee woningen. Dewelke, dat kies je volledig zelf.

Energetische renovatie

Om de shift naar een duurzame toekomst kracht bij te zetten, heeft de overheid ervoor gezorgd dat je bij de aankoop van je gezinswoning een verlaagd tarief van 6% kan bekomen als je de woning binnen de vijf jaar ingrijpend energetisch renoveert. Die korting van 1% moet integraal aan de energetische werkzaamheden besteed worden. Dat moet je kunnen aantonen met facturen. Overigens gelden ook daarbij de voorwaarden die we eerder bespraken. Het moet gaan om de enige gezinswoning die aangekocht wordt door een of meerdere natuurlijke rechtspersonen, de koop moet de hele volle eigendom omvatten en je moet je op tijd inschrijven in het bevolkings- of vreemdelingenregister.

Bescheiden gezinswoning

Als de gezinswoning die je aankoopt een waarde heeft die lager ligt dan 200.000 euro, dan kan je eenmalig een extra korting krijgen op je registratierechten. Voor woningen in kernsteden zoals Gent, Kortrijk of Mechelen is dat zelfs mogelijk bij een waarde die lager ligt dan 220.000 euro. Dergelijke woningen worden als bescheiden gezinswoningen gecatalogeerd. De korting bedraagt 5.600 euro in normale omstandigheden en 4.800 euro voor woningen die ingrijpend energetisch gerenoveerd worden en waarop dus maar 6% registratierechten betaald moet worden. De vier kernvoorwaarden zijn hier opnieuw van toepassing.

Ter vergelijking: Brussel en Wallonië

De wetgeving rond registratierechten is een gewestelijke bevoegdheid. Dat betekent dat de regels anders zijn in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. In Brussel is er al langer een standaardtarief. In tegenstelling tot de 7% bij ons, bedraagt het tarief daar 12.5%. In Wallonië spreekt men nog steeds over groot beschrijf en klein beschrijf, respectievelijk goed voor 12.5% en 6%. Het klein beschrijf geldt daar voor woningen met een kadastraal inkomen van minder dan 745 euro.

Ook in Vlaanderen was het vorige systeem gebaseerd op het kadastraal inkomen. Voor 1 juni 2018 was er een standaardtarief van 10% en een verminderd tarief van 5%. Dit systeem, dat zich baseerde op de huurwaarde van een woning anno 1975, was totaal verouderd en zorgde voor verschillende onrechtvaardige situaties. Zo kon het zijn dat je voor grote huizen op het platteland slechts 5% moest betalen, terwijl dat voor kleine appartementen in de stad 10% kon zijn. Daar is met de nieuwe regeling vorig jaar een einde aan gekomen.

 

Gerelateerde artikels

Privacy instellingen

Om u beter en persoonlijker te helpen, gebruiken wij cookies op onze website. Hiermee volgen wij en derde partijen uw internetgedrag op onze website en kunnen we uw ervaring verbeteren.